TECHNIEKEN
Focus Smart Solutions volgt nieuwe ontwikkelingen op de voet en heeft een focus op innovatie. Het ontwikkelen van software vereist namelijk specifieke kennis en is echt een specialisme binnen de automatisering. Om effectieve software te ontwikkelen, gebruiken we veel verschillende technieken.

We hebben in de loop der tijd ruime ervaring opgedaan met wat per situatie de best passende oplossing is. Dit heeft geresulteerd in een duidelijke en strak georganiseerde werkwijze. Wat u daarvan merkt als klant? Vooral het gestroomlijnde proces zal u opvallen. Per situatie zetten we de meest geschikte werkwijze en tools in.

Hieronder aantal van deze technieken.

De favoriete taal van Focus Smart Solutions.
De Qt-toolkit (kortweg: Qt, uitgesproken als het Engelse woord cute) is een software development kit geschreven in C++. Qt werkt onder verschillende besturingssystemen en processorarchitecturen zonder dat de code aangepast hoeft te worden. Qt wordt ontwikkeld door The Qt Company (een onderdeel van Digia) en het Qt Project, een gemeenschap van softwareontwikkelaars en bedrijven waarin The Qt Company de leiding heeft.
Java is een objectgeoriënteerde programmeertaal. Java is een platformonafhankelijke taal die qua syntaxis grotendeels gebaseerd is op de (eveneens objectgeoriënteerde) programmeertaal C++. Java beschikt echter over een uitgebreidere klassenbibliotheek dan C++.
React werd in 2011 door Facebook ontwikkeld vanuit de behoefte om de code van grote webapplicaties beter beheersbaar te maken. Het was in eerste instantie een intern project en werd gebruikt voor het Facebook- en Instagramplatform. In 2013 introduceerde Facebook React aan het publiek en maakte er een opensourceproject van.[3] Sindsdien groeit het gebruik van React en wordt de bibliotheek door meer dan één miljoen websites gebruikt
Swift is een programmeertaal ontwikkeld door Apple voor haar besturingssystemen iOS en OS X.[1] De taal is gebaseerd op Objective-C, deze programmeertaal werd voorheen gebruikt voor het ontwikkelen van applicaties. Swift werd in 2014 aangekondigd tijdens de jaarlijkse ontwikkelaarsconferentie WWDC 2014, samen met OS X Yosemite, iOS 8 en diverse SDK's.
Objective-C is een programmeertaal die een uitbreiding is van de programmeertaal C. Ze werd in de jaren 80 van de twintigste eeuw ontwikkeld door Brad J. Cox, en heeft qua syntaxis wel wat weg van Smalltalk. Tegenwoordig wordt de taal het meest gebruikt in Mac OS X (voor het Cocoa-framework), iOS en GNUstep, maar bijvoorbeeld ook in NeXTSTEP, van NeXT Computer, Inc.
.NET is een door Microsoft ontwikkeld applicatieframework. Dit framework bestaat uit een groot aantal klassen die de ontwikkelaar kan gebruiken bij het ontwikkelen van applicaties. Programmeertalen die binnen het .NET-platform gebruikt kunnen worden zijn onder andere ASP.NET, C# en VB.NET. Covadis maakt vooral gebruik van C#.
ASP.NET Core is een door Microsoft ontwikkeld open-source web framework. Het is de volgende generatie van ASP.NET.
.NET core is een vernieuwde, open source versie van .NET. Dit framework is naast Windows ook geschikt voor Linux en OS X.
Bij Microservices bestaat een applicatie uit meerdere kleine onderdelen die samen een geheel vormen. Deze kleine delen noemen we microservices. Hierdoor is deze variant van developing heel flexibel en dus gemakkelijker te onderhouden of aan te passen.
Bij code review wordt de opgeleverde code van de ene ontwikkelaar door een andere ontwikkelaar gecontroleerd. Bij deze controle wordt alleen de code beoordeeld, niet de functionaliteit van de software. Naast het opsporen van fouten verbeteren bij een code review de programmeervaardigheden van de reviewende ontwikkelaar. Daarnaast zorgt een code review voor consistentie en draagt het bij aan de kwaliteit van een project.
PHP staat voor Hypertext Preprocessor. Het is een server-side scriptingtaal die wordt gebruikt om op de webserver dynamische webpagina's te creëren. PHP maakt zowel objectgeoriënteerd als procedureel programmeren mogelijk.
JavaScript wordt vooral gebruikt als scripttaal, om interactiviteit toe te voegen aan webapplicaties. In het verleden werd JavaScript als client-side taal gebruikt, tegenwoordig kan het ook als server-side scripttaal gebruikt worden.
Een unittest is een methode om afzonderlijke stukken broncode te testen. Bij unittesten wordt voor iedere 'unit' één of meerdere testen ontwikkeld worden. Deze testen worden door ontwikkelaars geschreven en worden automatisch uitgevoerd.
Een webservice is een interface van een applicatie die toegankelijk is via standaard webprotocollen en waarbij meestal gecommuniceerd wordt middels XML. Middels een webservice worden delen van functionaliteit beschikbaar gesteld voor derden.
XML staat voor Extensible Markup Language. Het is een standaard formaat om gegevens op een gestructureerde manier op te slaan en te versturen in de vorm van platte tekst.
Als een programma op een webserver draait en via de browser kan worden gebruikt, is het een webapplicatie. Deze applicaties zijn overal te gebruiken en kunnen eenvoudig uitgebreid worden.
HTML staat voor Hypertext Markup Language. Dit is een gestandaardiseerd systeem om tekst files te taggen met als doelstelling om een font-, kleur-, hyperlink- of grafisch effect te hebben op een webpagina.
SQL betekent Structured Query Language. SQL is een gestandaardiseerde programmeertaal die gebruikt wordt bij het managen van relationele databases door zowel administrators als developers.